Stacks Image 361

LANDSCHAPPEN EN HET LANDELIJK GEBIED – CULTUURHISTORISCHE WAARDERING

WAT DOET STEENHUISMEURS?


Transformatie en visievorming begint met het doorgronden van de identiteit van een plek. Wij bestuderen de ontstaansgeschiedenis, de tijdlagen en de kantelmomenten die zich daarin aftekenen, het concept en de ruimtelijke structuur, de bouwsubstantie en de maatschappelijke betekenis. De essenties leggen we vast in een cultuurhistorisch onderzoek. Hierin beschrijven we de ontwikkeling van een tuin, een landgoed, een park of een cultuurlandschap. We identificeren verrassende en inspirerende verbindingen. De tuin of het gebied krijgt karakter en gaat leven. Kennis van wat het is, prikkelt de verbeelding over wat het kan worden. Onze input wordt benut als onderlegger voor een beschermde status, een tuinrenovatie, een beheerbeleid of een herontwikkeling. Vaak zijn we nauw betrokken bij de vertaalslag van de cultuurhistorische waardering naar de concrete gebiedstransformatie.


CASUS 1

ARBORETUM TROMPENBURG

Uitgangspunten cultuurhistorie voor doorontwikkeling 
in opdracht van Trompenburg Tuinen en Arboretum

Trompenburg is een groen icoon van Rotterdam, ontstaan als particuliere buitenplaats en in verschillende fasen uitgebreid tot het huidige arboretum. Sinds de opening van de tuin voor het publiek in 1958 heeft Trompenburg zich ontwikkeld van een privétuin achter een villa tot een geliefde stadstuin. In bezoekersaantallen is Trompenburg het vierde museum van Rotterdam. De huidige voorzieningen voldoen niet meer voor de ontvangst van het toenemende aantal bezoekers en voor de werkzaamheden van medewerkers en vrijwilligers.
Het bestuur en de directie van Trompenburg willen zorgvuldig en goed gefundeerd besluiten nemen over de gewenste ontwikkelingen. In opdracht van de tuindirectie heeft SteenhuisMeurs een transformatiekader vanuit cultuurhistorisch perspectief opgesteld, zodat nieuwe ontwikkelingen kunnen worden getoetst aan de waarden van het gemeentelijke monument Trompenburg en het beschermd stadsgezicht Kralingen-Midden.
Met dit transformatiekader kan Trompenburg de zoektocht voor de doorontwikkeling voortzetten. Een ontwikkeling waarbij het rijke verleden van de tuin behouden blijft én er ruimte wordt geboden aan de toekomst.

Arboretum Trompenburg

CASUS 2

STADSPARK GRONINGEN

Ideeëngeschiedenis en tuin- en bouwhistorische waardering
in opdracht van de gemeente Groningen


Het Stadspark van Groningen werd in de beginjaren gepresenteerd als ‘hoofd-lustoord voor de Groningers, kroonjuweel van de stad.’ Het park kwam voort uit de succesvolle samenwerking tussen directeur Gemeentewerken J.A. Mulock Houwer (1857-1933) en grootindustrieel J.E. Scholten (1849-1918). Leeftijdsgenoten waren het, met grote dromen voor de stad en de stedelingen. Het Stadspark werd ontworpen door de Haarlemse tuinarchitect Leonard Springer en later uitgebreid tot een enorme ontspanningsruimte van 140 hectare met groene uitlopers de stad en het ommeland in. Het Stadspark heeft aandacht en zorg nodig, én biedt grote toekomstkansen. In 2023 werkte bureau SteenhuisMeurs aan een cultuurhistorische analyse van het Stadspark met drie onderdelen: de ideeëngeschiedenis, een tuinhistorische analyse en een bouwhistorische analyse van de gebouwen aan de drafbaan. De onderzoeken bevatten lessen, voorbeelden, ontwerpvalkuilen die steeds open bleven liggen en referenties naar andere steden. Het Stadspark vertelt de verhalen van de stad en verbindt de Groningers: van de opkomst van de industrie tot de volkswoningbouw, van sport en spel tot de Joodse geschiedenis, van stedenbouw tot landschap en van stad en ommeland.

Stadspark, Groningen

CASUS 3

WIELEWAAL, EINDHOVEN

Tuinhistorische en cultuurhistorische analyse en waardestelling
in opdracht van gemeente Eindhoven


De Wielewaal was bijna een eeuw lang bezit van de familie Philips. Anton en Frits Philips transformeerden een productiebos in een uniek twintigste-eeuws landgoed, grenzend aan hun fabrieken in Strijp. Uit Antons tijd dateren de ‘hut van oom Ton’ aan een vennetje, het pinetum (een naaldbomentuin), het arboretum, het sterrenbos en (resten van) bijzondere tuinen in het bos. Frits Philips bouwde landhuis de Wielewaal en ging er in 1934 wonen. Van een wandelpark met bijzondere boskamers en een blokhut, veranderde De Wielewaal in een landgoed dat was georganiseerd rondom een imposant hoofdhuis. Het cederpark, het arboretum en het sterrenbos werden ‘omgebouwd’ tot een open ruimte om het huis, waarin de tuin in het landschap overloopt. Vanuit de Wielewaal zijn zichtlijnen van honderden meters lang, die nergens de grens van het landgoed overschrijden. In 2007 verkochten de erven Philips het leeuwendeel van De Wielewaal aan een ondernemer. Hij verbouwde het landhuis en heeft het bezit in 2022 aan de gemeente overgedaan. Het is de bedoeling het landgoed te transformeren tot een publiek park voor recreatie, natuur en de ‘Philips legacy’. Het onderzoek dient als een vertrekput. De aanbeveling om delen van het landgoed als gemeentelijk monument te beschermen is inmiddels opgevolgd.


Wielewaal, Eindhoven



LANDSCHAPPEN EN HET LANDELIJK GEBIED – CULTUURHISTORISCHE WAARDERING

WAT DOET STEENHUISMEURS?


Transformatie en visievorming begint met het doorgronden van de identiteit van een plek. Wij bestuderen de ontstaansgeschiedenis, de tijdlagen en de kantelmomenten die zich daarin aftekenen, het concept en de ruimtelijke structuur, de bouwsubstantie en de maatschappelijke betekenis. De essenties leggen we vast in een cultuurhistorisch onderzoek. Hierin beschrijven we de ontwikkeling van een tuin, een landgoed, een park of een cultuurlandschap. We identificeren verrassende en inspirerende verbindingen. De tuin of het gebied krijgt karakter en gaat leven. Kennis van wat het is, prikkelt de verbeelding over wat het kan worden. Onze input wordt benut als onderlegger voor een beschermde status, een tuinrenovatie, een beheerbeleid of een herontwikkeling. Vaak zijn we nauw betrokken bij de vertaalslag van de cultuurhistorische waardering naar de concrete gebiedstransformatie.



CASUS 1

ARBORETUM TROMPENBURG

Uitgangspunten cultuurhistorie voor doorontwikkeling 
in opdracht van Trompenburg Tuinen en Arboretum

Trompenburg is een groen icoon van Rotterdam, ontstaan als particuliere buitenplaats en in verschillende fasen uitgebreid tot het huidige arboretum. Sinds de opening van de tuin voor het publiek in 1958 heeft Trompenburg zich ontwikkeld van een privétuin achter een villa tot een geliefde stadstuin. In bezoekersaantallen is Trompenburg het vierde museum van Rotterdam. De huidige voorzieningen voldoen niet meer voor de ontvangst van het toenemende aantal bezoekers en voor de werkzaamheden van medewerkers en vrijwilligers.
Het bestuur en de directie van Trompenburg willen zorgvuldig en goed gefundeerd besluiten nemen over de gewenste ontwikkelingen. In opdracht van de tuindirectie heeft SteenhuisMeurs een transformatiekader vanuit cultuurhistorisch perspectief opgesteld, zodat nieuwe ontwikkelingen kunnen worden getoetst aan de waarden van het gemeentelijke monument Trompenburg en het beschermd stadsgezicht Kralingen-Midden.
Met dit transformatiekader kan Trompenburg de zoektocht voor de doorontwikkeling voortzetten. Een ontwikkeling waarbij het rijke verleden van de tuin behouden blijft én er ruimte wordt geboden aan de toekomst.

Arboretum Trompenburg


CASUS 2

STADSPARK GRONINGEN

Ideeëngeschiedenis en tuin- en bouwhistorische waardering
in opdracht van de gemeente Groningen


Het Stadspark van Groningen werd in de beginjaren gepresenteerd als ‘hoofd-lustoord voor de Groningers, kroonjuweel van de stad.’ Het park kwam voort uit de succesvolle samenwerking tussen directeur Gemeentewerken J.A. Mulock Houwer (1857-1933) en grootindustrieel J.E. Scholten (1849-1918). Leeftijdsgenoten waren het, met grote dromen voor de stad en de stedelingen. Het Stadspark werd ontworpen door de Haarlemse tuinarchitect Leonard Springer en later uitgebreid tot een enorme ontspanningsruimte van 140 hectare met groene uitlopers de stad en het ommeland in. Het Stadspark heeft aandacht en zorg nodig, én biedt grote toekomstkansen. In 2023 werkte bureau SteenhuisMeurs aan een cultuurhistorische analyse van het Stadspark met drie onderdelen: de ideeëngeschiedenis, een tuinhistorische analyse en een bouwhistorische analyse van de gebouwen aan de drafbaan. De onderzoeken bevatten lessen, voorbeelden, ontwerpvalkuilen die steeds open bleven liggen en referenties naar andere steden. Het Stadspark vertelt de verhalen van de stad en verbindt de Groningers: van de opkomst van de industrie tot de volkswoningbouw, van sport en spel tot de Joodse geschiedenis, van stedenbouw tot landschap en van stad en ommeland.

Stadspark, Groningen


CASUS 3

WIELEWAAL, EINDHOVEN

Tuinhistorische en cultuurhistorische analyse en waardestelling
in opdracht van gemeente Eindhoven


De Wielewaal was bijna een eeuw lang bezit van de familie Philips. Anton en Frits Philips transformeerden een productiebos in een uniek twintigste-eeuws landgoed, grenzend aan hun fabrieken in Strijp. Uit Antons tijd dateren de ‘hut van oom Ton’ aan een vennetje, het pinetum (een naaldbomentuin), het arboretum, het sterrenbos en (resten van) bijzondere tuinen in het bos. Frits Philips bouwde landhuis de Wielewaal en ging er in 1934 wonen. Van een wandelpark met bijzondere boskamers en een blokhut, veranderde De Wielewaal in een landgoed dat was georganiseerd rondom een imposant hoofdhuis. Het cederpark, het arboretum en het sterrenbos werden ‘omgebouwd’ tot een open ruimte om het huis, waarin de tuin in het landschap overloopt. Vanuit de Wielewaal zijn zichtlijnen van honderden meters lang, die nergens de grens van het landgoed overschrijden. In 2007 verkochten de erven Philips het leeuwendeel van De Wielewaal aan een ondernemer. Hij verbouwde het landhuis en heeft het bezit in 2022 aan de gemeente overgedaan. Het is de bedoeling het landgoed te transformeren tot een publiek park voor recreatie, natuur en de ‘Philips legacy’. Het onderzoek dient als een vertrekput. De aanbeveling om delen van het landgoed als gemeentelijk monument te beschermen is inmiddels opgevolgd.


Wielewaal, Eindhoven

STEENHUISMEURS BV
050 30 80 100



STEENHUISMEURS BV
050 30 80 100