Stacks Image 361

LANDSCHAPPEN EN HET LANDELIJK GEBIED – Gebiedsbiografieen en narratieven

WAT DOET STEENHUISMEURS?


SteenhuisMeurs maakt veel gebiedsbiografieën en narratieven. Verhalen over het landschap en de mensen, over het gebruik van bodem en het ontstaan van mentaliteit. Het zijn verhalen die duiding, comfort en vaak ook een spiegel bieden; ook in eerdere generaties speelden er grote opgaven, werd er gezocht naar oplossingen. De biografieën en narratieven zijn altijd gebaseerd op archiefonderzoek en een veelheid aan bronnen, van het Nationaal Archief tot het Meertens Instituut, van het CBS tot thematische gesprekssalons in het betreffende gebied. Altijd gaat het om een kritische duiding, opgavenanalyse en aanbevelingen voor doorontwikkeling. Want elk gebied kent een andere verstedelijkingsdruk, andere landschapstypen en dus een ander laadvermogen voor nieuwe ontwikkelingen.


CASUS 1

ARTIS DIERENTUIN, AMSTERDAM

Cultuurhistorisch onderzoek en kwaliteitsteam


Namens SteenhuisMeurs is Marinke lid van het interne Kwaliteitsteam van Artis. Als er één plek is waar het begrip palimpsest (overschrijfbaar stuk perkament) op van toepassing is, is het Artis. Sinds de oprichting, in 1838, op de plek van eerdere buitenplaatsen, werd de tuin keer op keer vernieuwd en uitgebreid. Deze unieke gelaagdheid en de verschillende concepten voor de tuinaanleg en dierenverblijven door de tijd heen, bleken niet goed in beeld. Meer inzicht hierin biedt een afwegingskader en inspiratie voor de vele veranderingen die altijd tegelijkertijd gaande zijn in Artis. Het Stadsarchief Amsterdam bewaart al veel materiaal van Artis, maar zelf had de dierentuin ook nog veel ongedocumenteerd materiaal in opslag, verspreid over verschillende gebouwen. Per zone worden deze stukken nu samengebracht en ontstaat gaandeweg het fascinerende beeldverhaal van bijna 200 jaar Amsterdamse geschiedenis.

ARTIS, Amsterdam

CASUS 2

NIJMEGEN HEYENDAAL

Cultuurhistorisch onderzoek
in opdracht van gemeente Nijmegen


De Radboud Universiteit in Nijmegen werd in 1923 opgericht als eerste katholieke universiteit van Nederland. De ambitie was groot, katholieken uit het hele land zorgden voor de benodigde fondsen. Vanaf 1949 werkten drie architectenteams aan de herinrichting van het aangekochte landgoed Heyendaal. Bouwbureau Heyendaal, onder leiding van ir. Jan van der Laan, ontwierp vanuit de overtuiging en de principes van de Bossche School aan de medische faculteit. Architect Frits Peutz tekende voor de B-faculteiten, Kraaijvanger Architecten voor de A-faculteiten. De landschappelijke samenhang werd ontworpen door landschapsarchitect Pieter Buys en zijn latere compagnon Bob van der Vliet. Campus Heyendaal werd een gevarieerd gebouwenensemble waar van de grote tot de kleine schaal over landschappelijke inpassing, ruimtebeleving en het ontwerp van de marges en overgangen werd nagedacht. Het ging naast het functionele en expressieve aspect ook om het vormgeven van het monumentale, ceremoniële en sacrale, dat zo van belang was voor het katholieke gedachtengoed. In opdracht van de gemeente Nijmegen en de campuspartners onderzocht SteenhuisMeurs de campus, als input voor de nieuwe gebiedsvisie van de vier betrokken vastgoedpartijen.


Nijmegen

CASUS 3

HET GROENE HART

Landschapsbiografie
in opdracht van Bestuurlijk Platform Groene Hart


Sinds 2021 is het Groene Hart een aandachtsgebied in de nationale Omgevingsvisie (NOVI). Hier komen in een hoge intensiteit vele opgaven samen, die een afweging op het Groene Hart-niveau vereisen. Bodemdaling, verstedelijking, stikstofuitstoot, verzilting van de bodem, de zoektocht naar plekken voor zon- en windenergie en – meer in den brede – de kwaliteit van het Nederlandse vestigingsklimaat; het zijn kwesties die niet sectoraal kunnen worden opgelost maar telkens afweging en waar mogelijk een gecombineerde aanpak vergen. Bij de politieke en ambtelijke afwegingen is behoefte aan kennis, duiding en richting. De landschapsbiografie Groene Hart helpt daarbij en bestaat uit drie delen. Een verbindend verhaal vanuit cultuurhistorie, vanuit de lange lijnen van het verleden naar heden en toekomst, helpt als eerste stap in het samenbrengen van de gedeelde belangen in het Groene Hart. Zonder verhaal blijft ‘landschap’ abstract, ontstaat geen verbinding met een groter geheel, zonder familielijn geen begrip voor het gedeelde belang. In deel 2 wordt het landschap gewaardeerd in een cultuurhistorische waardenkaart en in deel 3 zijn gouden regels voor de doorontwikkeling van de ruimtelijke kwaliteiten van het Groene Hart geformuleerd. De Landschapsbiografie fungeert als onderlegger bij de gecompliceerde afwegingen – in vijf online films worden de gebiedsverhalen verteld en de waarderingskaart toegelicht. We verwerkten de gebiedsbiografie tot een publieksboek, hier te vinden: https://hetgroenehartboek.nl/.




Het Groene Hart



LANDSCHAPPEN EN HET LANDELIJK GEBIED – Gebiedsbiografieen en narratieven

WAT DOET STEENHUISMEURS?


SteenhuisMeurs maakt veel gebiedsbiografieën en narratieven. Verhalen over het landschap en de mensen, over het gebruik van bodem en het ontstaan van mentaliteit. Het zijn verhalen die duiding, comfort en vaak ook een spiegel bieden; ook in eerdere generaties speelden er grote opgaven, werd er gezocht naar oplossingen. De biografieën en narratieven zijn altijd gebaseerd op archiefonderzoek en een veelheid aan bronnen, van het Nationaal Archief tot het Meertens Instituut, van het CBS tot thematische gesprekssalons in het betreffende gebied. Altijd gaat het om een kritische duiding, opgavenanalyse en aanbevelingen voor doorontwikkeling. Want elk gebied kent een andere verstedelijkingsdruk, andere landschapstypen en dus een ander laadvermogen voor nieuwe ontwikkelingen.



CASUS 1

ARTIS DIERENTUIN, AMSTERDAM

Cultuurhistorisch onderzoek en kwaliteitsteam


Namens SteenhuisMeurs is Marinke lid van het interne Kwaliteitsteam van Artis. Als er één plek is waar het begrip palimpsest (overschrijfbaar stuk perkament) op van toepassing is, is het Artis. Sinds de oprichting, in 1838, op de plek van eerdere buitenplaatsen, werd de tuin keer op keer vernieuwd en uitgebreid. Deze unieke gelaagdheid en de verschillende concepten voor de tuinaanleg en dierenverblijven door de tijd heen, bleken niet goed in beeld. Meer inzicht hierin biedt een afwegingskader en inspiratie voor de vele veranderingen die altijd tegelijkertijd gaande zijn in Artis. Het Stadsarchief Amsterdam bewaart al veel materiaal van Artis, maar zelf had de dierentuin ook nog veel ongedocumenteerd materiaal in opslag, verspreid over verschillende gebouwen. Per zone worden deze stukken nu samengebracht en ontstaat gaandeweg het fascinerende beeldverhaal van bijna 200 jaar Amsterdamse geschiedenis.

ARTIS, Amsterdam


CASUS 2

NIJMEGEN HEYENDAAL

Cultuurhistorisch onderzoek
in opdracht van gemeente Nijmegen


De Radboud Universiteit in Nijmegen werd in 1923 opgericht als eerste katholieke universiteit van Nederland. De ambitie was groot, katholieken uit het hele land zorgden voor de benodigde fondsen. Vanaf 1949 werkten drie architectenteams aan de herinrichting van het aangekochte landgoed Heyendaal. Bouwbureau Heyendaal, onder leiding van ir. Jan van der Laan, ontwierp vanuit de overtuiging en de principes van de Bossche School aan de medische faculteit. Architect Frits Peutz tekende voor de B-faculteiten, Kraaijvanger Architecten voor de A-faculteiten. De landschappelijke samenhang werd ontworpen door landschapsarchitect Pieter Buys en zijn latere compagnon Bob van der Vliet. Campus Heyendaal werd een gevarieerd gebouwenensemble waar van de grote tot de kleine schaal over landschappelijke inpassing, ruimtebeleving en het ontwerp van de marges en overgangen werd nagedacht. Het ging naast het functionele en expressieve aspect ook om het vormgeven van het monumentale, ceremoniële en sacrale, dat zo van belang was voor het katholieke gedachtengoed. In opdracht van de gemeente Nijmegen en de campuspartners onderzocht SteenhuisMeurs de campus, als input voor de nieuwe gebiedsvisie van de vier betrokken vastgoedpartijen.


Nijmegen


CASUS 3

HET GROENE HART

Landschapsbiografie
in opdracht van Bestuurlijk Platform Groene Hart


Sinds 2021 is het Groene Hart een aandachtsgebied in de nationale Omgevingsvisie (NOVI). Hier komen in een hoge intensiteit vele opgaven samen, die een afweging op het Groene Hart-niveau vereisen. Bodemdaling, verstedelijking, stikstofuitstoot, verzilting van de bodem, de zoektocht naar plekken voor zon- en windenergie en – meer in den brede – de kwaliteit van het Nederlandse vestigingsklimaat; het zijn kwesties die niet sectoraal kunnen worden opgelost maar telkens afweging en waar mogelijk een gecombineerde aanpak vergen. Bij de politieke en ambtelijke afwegingen is behoefte aan kennis, duiding en richting. De landschapsbiografie Groene Hart helpt daarbij en bestaat uit drie delen. Een verbindend verhaal vanuit cultuurhistorie, vanuit de lange lijnen van het verleden naar heden en toekomst, helpt als eerste stap in het samenbrengen van de gedeelde belangen in het Groene Hart. Zonder verhaal blijft ‘landschap’ abstract, ontstaat geen verbinding met een groter geheel, zonder familielijn geen begrip voor het gedeelde belang. In deel 2 wordt het landschap gewaardeerd in een cultuurhistorische waardenkaart en in deel 3 zijn gouden regels voor de doorontwikkeling van de ruimtelijke kwaliteiten van het Groene Hart geformuleerd. De Landschapsbiografie fungeert als onderlegger bij de gecompliceerde afwegingen – in vijf online films worden de gebiedsverhalen verteld en de waarderingskaart toegelicht. We verwerkten de gebiedsbiografie tot een publieksboek, hier te vinden: https://hetgroenehartboek.nl/.




Het Groene Hart


STEENHUISMEURS BV 050 30 80 100




STEENHUISMEURS BV 050 30 80 100