Historische gebouwen en stedelijke gebieden verliezen hun oorspronkelijke functie en zijn toe aan een tweede of zelfs derde leven. Hoe kunnen zij met behoud van identiteit en ruimtelijke kwaliteit naar de werkelijkheid van nu worden getransformeerd, zodanig dat zij nieuwe maatschappelijke betekenis en financiële waarde krijgen? Wij maken kansen en randvoorwaarden zichtbaar door de cultuurhistorische essentie en kernkwaliteiten in kaart te brengen; een soort nulmeting. Wat hebben eerdere generaties op deze plek gedaan? Wat was de relatie tussen de gebouwen en de omgeving? Wat zijn de cruciale ontwerpthema’s? Welke herinneringen, associaties en gevoelens roept het gebouw of gebied op? Uit dergelijke onderzoeksvragen destilleren wij de ingrediënten voor een nieuw hoofdstuk in de architectonische, stedenbouwkundige en gebruiksgeschiedenis. Daarbij gaat het beslist niet alleen om monumentale panden. Gebouwen kunnen heel gewoon zijn, maar toch een grote symbolische betekenis hebben. Dan is het de immateriële waarde die telt en die in een nieuwbouwcontext een bijzondere rol kan gaan vervullen. Wij vertalen onze bevindingen naar een waardestelling, quickscan, cultuurhistorisch onderzoek of een voorstel voor een monumenteninventarisatie. Vaak vragen opdrachtgevers ons om in het vervolgtraject mee te denken over transformatiemogelijkheden of planologische borging.
SCHOLENCOMPLEX NOORDERHAVENKADE
In Blijdorp, Rotterdam staat tussen de monumentale vooroorlogse woningbouwblokken een bijzonder schoolgebouw. Het complex is kenmerkend voor de architectuur én de onderwijsontwikkeling van de vroege jaren tachtig. Bij de opening in 1981 huisvestte het complex drie scholen, een openbare bibliotheek, een wijkkantine en een sporthal. Het ontwerp van architect bij Gemeentewerken H.J. Völker weerspiegelt de onderwijsvernieuwingen. Het gebouw biedt ruimte voor collectiviteit en zelfstandig werk en elk lokaal staat in maximale verbinding met de omliggende buitenruimte.
Na ruim veertig jaar is het complex toe aan vernieuwing. De huidige gebruikers onderzoeken samen met de gemeente Rotterdam de mogelijkheden voor de toekomst. Hiervoor heeft SteenhuisMeurs een cultuurhistorische verkenning opgesteld, waarin de ontstaansgeschiedenis en ontwerpprincipes van het complex in de ruimtelijke en architectonische context van zijn tijd worden geplaatst. De bevindingen bieden houvast voor de toekomstige herontwikkeling van het complex.
STATIONSOMGEVING DRIEBERGEN-ZEIST
Het stationsgebied Driebergen-Zeist ligt op de overgang van de zandgronden van de Utrechtse Heuvelrug en de kleigronden van het Kromme Rijngebied. De ingebruikstelling van de spoorlijn Utrecht-Arnhem in 1843-1854 stimuleerde de ontwikkeling van buitenplaatsen en bedrijvigheid, verder vergroot met de aanleg van de A12 in de twintigste eeuw. Ondanks deze infrastructurele ingrepen zijn de historische structuren grotendeels intact gebleven.
De geplande woningbouw nabij het station vormt de aanleiding voor een cultuurhistorisch onderzoek, waarin de relatie tussen landschap, bebouwing en ruimtelijke structuur centraal staat. De Odijkerweg is een in oorsprong middeleeuwse verbinding in dit gebied, waar een lint van tuinders- en arbeiderswoningen langs is gegroeid. Naar de toekomst toe kan dit oude lint een belangrijke rol spelen als identiteitsdrager en herkenbare structuur in de nieuwe ontwikkeling.
Het onderzoek omvat een historisch-ruimtelijke analyse en cultuurhistorische waardering. Op basis hiervan zijn aanbevelingen opgesteld die de historische kwaliteiten benutten als meerwaarde voor toekomstige ontwikkelingen en een sterke landschappelijke en stedenbouwkundige inpassing mogelijk maken.
KRANENBURG-NOORD, HARDERWIJK
In de afgelopen 60 jaar is het landschap ten zuiden van het station Harderwijk ingrijpend veranderd. Van een militair cluster van kazernes, officierswoningen en oefenvelden in een agrarische omgeving transformeerde het gebied tot een stedelijke omgeving met in het hart een open zone. In het kader van de herinrichting van Kranenburg-Noord vroegen de gemeente Harderwijk en de ontwerpers van Echo Urban Design aan SteenhuisMeurs om een inspirerend verhaal op te stellen over de ruimtelijke ontwikkeling en betekenis van dit voormalige defensieterrein. De historische ontwikkelingen in het gebied komen overeen met thema’s die in de gebiedsontwikkeling van nu weer erg actueel zijn. Hergebruik en houtbouw deden de oprichters van het eerste barakkenkamp hier al in de jaren 20, toen gedemonteerde gebouwen en tweedehands materialen van een voormalig Belgenkamp werden gebruikt om de soldatenbarakken van Kranenburg op te bouwen. Ook het gemeenschappelijke boerengebruik van de omliggende gronden kunnen inspireren in de realisatie van een nieuwe buurt waar ontmoeting en samenwerking centraal staan. Het terrein wordt omgeven door een prachtige, halfopen groene mantel van bomen die het gebied benaderbaar maakt en toch geborgenheid geeft.
Historische gebouwen en stedelijke gebieden verliezen hun oorspronkelijke functie en zijn toe aan een tweede of zelfs derde leven. Hoe kunnen zij met behoud van identiteit en ruimtelijke kwaliteit naar de werkelijkheid van nu worden getransformeerd, zodanig dat zij nieuwe maatschappelijke betekenis en financiële waarde krijgen? Wij maken kansen en randvoorwaarden zichtbaar door de cultuurhistorische essentie en kernkwaliteiten in kaart te brengen; een soort nulmeting. Wat hebben eerdere generaties op deze plek gedaan? Wat was de relatie tussen de gebouwen en de omgeving? Wat zijn de cruciale ontwerpthema’s? Welke herinneringen, associaties en gevoelens roept het gebouw of gebied op? Uit dergelijke onderzoeksvragen destilleren wij de ingrediënten voor een nieuw hoofdstuk in de architectonische, stedenbouwkundige en gebruiksgeschiedenis. Daarbij gaat het beslist niet alleen om monumentale panden. Gebouwen kunnen heel gewoon zijn, maar toch een grote symbolische betekenis hebben. Dan is het de immateriële waarde die telt en die in een nieuwbouwcontext een bijzondere rol kan gaan vervullen. Wij vertalen onze bevindingen naar een waardestelling, quickscan, cultuurhistorisch onderzoek of een voorstel voor een monumenteninventarisatie. Vaak vragen opdrachtgevers ons om in het vervolgtraject mee te denken over transformatiemogelijkheden of planologische borging.
SCHOLENCOMPLEX NOORDERHAVENKADE
In Blijdorp, Rotterdam staat tussen de monumentale vooroorlogse woningbouwblokken een bijzonder schoolgebouw. Het complex is kenmerkend voor de architectuur én de onderwijsontwikkeling van de vroege jaren tachtig. Bij de opening in 1981 huisvestte het complex drie scholen, een openbare bibliotheek, een wijkkantine en een sporthal. Het ontwerp van architect bij Gemeentewerken H.J. Völker weerspiegelt de onderwijsvernieuwingen. Het gebouw biedt ruimte voor collectiviteit en zelfstandig werk en elk lokaal staat in maximale verbinding met de omliggende buitenruimte.
Na ruim veertig jaar is het complex toe aan vernieuwing. De huidige gebruikers onderzoeken samen met de gemeente Rotterdam de mogelijkheden voor de toekomst. Hiervoor heeft SteenhuisMeurs een cultuurhistorische verkenning opgesteld, waarin de ontstaansgeschiedenis en ontwerpprincipes van het complex in de ruimtelijke en architectonische context van zijn tijd worden geplaatst. De bevindingen bieden houvast voor de toekomstige herontwikkeling van het complex.
STATIONSOMGEVING DRIEBERGEN-ZEIST
Het stationsgebied Driebergen-Zeist ligt op de overgang van de zandgronden van de Utrechtse Heuvelrug en de kleigronden van het Kromme Rijngebied. De ingebruikstelling van de spoorlijn Utrecht-Arnhem in 1843-1854 stimuleerde de ontwikkeling van buitenplaatsen en bedrijvigheid, verder vergroot met de aanleg van de A12 in de twintigste eeuw. Ondanks deze infrastructurele ingrepen zijn de historische structuren grotendeels intact gebleven.
De geplande woningbouw nabij het station vormt de aanleiding voor een cultuurhistorisch onderzoek, waarin de relatie tussen landschap, bebouwing en ruimtelijke structuur centraal staat. De Odijkerweg is een in oorsprong middeleeuwse verbinding in dit gebied, waar een lint van tuinders- en arbeiderswoningen langs is gegroeid. Naar de toekomst toe kan dit oude lint een belangrijke rol spelen als identiteitsdrager en herkenbare structuur in de nieuwe ontwikkeling.
Het onderzoek omvat een historisch-ruimtelijke analyse en cultuurhistorische waardering. Op basis hiervan zijn aanbevelingen opgesteld die de historische kwaliteiten benutten als meerwaarde voor toekomstige ontwikkelingen en een sterke landschappelijke en stedenbouwkundige inpassing mogelijk maken.
KRANENBURG-NOORD, HARDERWIJK
In de afgelopen 60 jaar is het landschap ten zuiden van het station Harderwijk ingrijpend veranderd. Van een militair cluster van kazernes, officierswoningen en oefenvelden in een agrarische omgeving transformeerde het gebied tot een stedelijke omgeving met in het hart een open zone. In het kader van de herinrichting van Kranenburg-Noord vroegen de gemeente Harderwijk en de ontwerpers van Echo Urban Design aan SteenhuisMeurs om een inspirerend verhaal op te stellen over de ruimtelijke ontwikkeling en betekenis van dit voormalige defensieterrein. De historische ontwikkelingen in het gebied komen overeen met thema’s die in de gebiedsontwikkeling van nu weer erg actueel zijn. Hergebruik en houtbouw deden de oprichters van het eerste barakkenkamp hier al in de jaren 20, toen gedemonteerde gebouwen en tweedehands materialen van een voormalig Belgenkamp werden gebruikt om de soldatenbarakken van Kranenburg op te bouwen. Ook het gemeenschappelijke boerengebruik van de omliggende gronden kunnen inspireren in de realisatie van een nieuwe buurt waar ontmoeting en samenwerking centraal staan. Het terrein wordt omgeven door een prachtige, halfopen groene mantel van bomen die het gebied benaderbaar maakt en toch geborgenheid geeft.