WAT DOET STEENHUISMEURS?
Wat kan een gebouw of ensemble van gebouwen hebben? Dat is de hamvraag bij transformaties gericht op functieverandering, verduurzaming of uitbreiding waarbij het de ambitie – en vaak ook de plicht – is om recht te doen aan wat er al is. Wij bepalen de draagkracht en de cultuurhistorische bandbreedte. Daarbij kijken we naar de materiële waarde, de onderliggende ruimtelijke structuur en de gevoelswaarde. We stellen vast wat essentieel is om te behouden, en waarom, en we geven aan wat de speelruimte voor verandering is. Ter inspiratie reiken we ontwerpthema’s, mogelijke interpretaties van waar het erfgoed voor staat en referenties voor oplossingen aan. De leidende ontwerpprincipes en de verhalen bieden vaak prachtige aanknopingspunten. Dat alles leggen we vast in een transformatiekader, afwegingskader, onderlegger of aanbeveling. Een transformatiekader bevat spelregels voor ruimtelijke ingrepen, zodat alle partijen weten waar ze aan toe zijn.
TRANSFORMEREN MET CULTUREEL ERFGOED
Bij cultureel erfgoed horen restauratie en herstel, maar ook aanpassingen en transformaties om het hedendaags gebruik te ondersteunen. SteenhuisMeurs nam samen met de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE) het initiatief om een handreiking op te stellen voor transformatiekaders. In een transformatiekader worden de bijzondere erfgoedwaarde en de bandbreedte voor interventies in samenhang gepresenteerd. Ook andere overheden en adviesbureaus droegen bij aan de opzet van de handreiking. In het kader zijn de onderdelen van een transformatiekader uiteen gezet en worden voorbeelden gegeven van bestaande transformatiekaders met ieder een andere opzet en voor een andere opgave. De handreiking is hier te vinden: cultureelerfgoed.nl
KEIZER KARELPLEIN, NIJMEGEN
Na het opheffen van de vesting (1874) bouwde Nijmegen aan een stadsuitbreiding met allure. Toenmalige ideeën over gezonde stedenbouw werden compromisloos uitgevoerd in immense groene singels, parken, ruime pleinen en bomenlanen. De uitleg bevatte villa’s en herenhuizen, riante tuinen en een weldadige openbare ruimte. De straatwanden kregen een sterke architectonische samenhang. Om het immense Keizer Karel stonden ooit villa’s, die na de oorlog werden vervangen door kantoren en openbare gebouwen. De schaal van de negentiende-eeuwse stad bleef behouden, met hier en daar op de tweede lijn een hoogteaccent. Het gebied is tegenwoordig een beschermd stadsgezicht. De verkeers- en verstedelijkingsdruk groot is groot. Aan het Keizer Karelplein worden verschillende locaties herontwikkeld. De vraag is hoeveel en hoe hoog mag worden gebouwd. Op basis van een historische en ruimtelijke analyse van de hele stadsuitleg kwamen we tot een waardering van het stadsgezicht en de kernwaarden van het gebied. Dit werd uitgewerkt tot een ontwikkelkader voor het plein, met uitgangspunten voor een invulling, passend bij de schaal en logica van het beschermde stadsgezicht.
EELDE-PATERSWOLDE
Al eeuwen is de invloed van de stad Groningen in het Drentse Eelde-Paterswolde bepalend voor het wonen, voor de lokale economie, maar ook voor de ontwikkeling van de unieke landschapsstructuren. Het resultaat is een dubbeldorp, omringd door een fenomenale verzameling landschappen. In Eelde-Paterswolde spelen meerdere ingrijpende ruimtelijke opgaven, waarvan het dorpscentrum van Eelde de grootste en het meest besproken is. De gemeente Tynaarlo heeft SteenhuisMeurs gevraagd om een dorpsbiografie en transformatiekader op te stellen voor de verschillende ontwikkelgebieden. Over het dorpscentrum wordt al dertig jaar nagedacht, resulterend in een weefsel waar het historische karakter op plekken nog goed bewaard is gebleven, maar waar ook kraters zijn geslagen en de dorpse schaal soms zoek is. In het transformatiekader geeft SteenhuisMeurs aanknopingspunten voor toekomstige ontwikkelingen. Dit gaat onder andere over het verfraaien van de buitenruimte en het koppelen van verschillende sferen via doorzichten. Het transformatiekader geeft concrete ruimtelijke en architectonische uitgangspunten voor maat en schaal en eindigt met een fictieve wandeling door het dorpscentrum zoals het zou kunnen worden
WAT DOET STEENHUISMEURS?
Wat kan een gebouw of ensemble van gebouwen hebben? Dat is de hamvraag bij transformaties gericht op functieverandering, verduurzaming of uitbreiding waarbij het de ambitie – en vaak ook de plicht – is om recht te doen aan wat er al is. Wij bepalen de draagkracht en de cultuurhistorische bandbreedte. Daarbij kijken we naar de materiële waarde, de onderliggende ruimtelijke structuur en de gevoelswaarde. We stellen vast wat essentieel is om te behouden, en waarom, en we geven aan wat de speelruimte voor verandering is. Ter inspiratie reiken we ontwerpthema’s, mogelijke interpretaties van waar het erfgoed voor staat en referenties voor oplossingen aan. De leidende ontwerpprincipes en de verhalen bieden vaak prachtige aanknopingspunten. Dat alles leggen we vast in een transformatiekader, afwegingskader, onderlegger of aanbeveling. Een transformatiekader bevat spelregels voor ruimtelijke ingrepen, zodat alle partijen weten waar ze aan toe zijn.
TRANSFORMEREN MET CULTUREEL ERFGOED
Bij cultureel erfgoed horen restauratie en herstel, maar ook aanpassingen en transformaties om het hedendaags gebruik te ondersteunen. SteenhuisMeurs nam samen met de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE) het initiatief om een handreiking op te stellen voor transformatiekaders. In een transformatiekader worden de bijzondere erfgoedwaarde en de bandbreedte voor interventies in samenhang gepresenteerd. Ook andere overheden en adviesbureaus droegen bij aan de opzet van de handreiking. In het kader zijn de onderdelen van een transformatiekader uiteen gezet en worden voorbeelden gegeven van bestaande transformatiekaders met ieder een andere opzet en voor een andere opgave. De handreiking is hier te vinden: cultureelerfgoed.nl
KEIZER KARELPLEIN, NIJMEGEN
Na het opheffen van de vesting (1874) bouwde Nijmegen aan een stadsuitbreiding met allure. Toenmalige ideeën over gezonde stedenbouw werden compromisloos uitgevoerd in immense groene singels, parken, ruime pleinen en bomenlanen. De uitleg bevatte villa’s en herenhuizen, riante tuinen en een weldadige openbare ruimte. De straatwanden kregen een sterke architectonische samenhang. Om het immense Keizer Karel stonden ooit villa’s, die na de oorlog werden vervangen door kantoren en openbare gebouwen. De schaal van de negentiende-eeuwse stad bleef behouden, met hier en daar op de tweede lijn een hoogteaccent. Het gebied is tegenwoordig een beschermd stadsgezicht. De verkeers- en verstedelijkingsdruk groot is groot. Aan het Keizer Karelplein worden verschillende locaties herontwikkeld. De vraag is hoeveel en hoe hoog mag worden gebouwd. Op basis van een historische en ruimtelijke analyse van de hele stadsuitleg kwamen we tot een waardering van het stadsgezicht en de kernwaarden van het gebied. Dit werd uitgewerkt tot een ontwikkelkader voor het plein, met uitgangspunten voor een invulling, passend bij de schaal en logica van het beschermde stadsgezicht.
EELDE-PATERSWOLDE
Al eeuwen is de invloed van de stad Groningen in het Drentse Eelde-Paterswolde bepalend voor het wonen, voor de lokale economie, maar ook voor de ontwikkeling van de unieke landschapsstructuren. Het resultaat is een dubbeldorp, omringd door een fenomenale verzameling landschappen. In Eelde-Paterswolde spelen meerdere ingrijpende ruimtelijke opgaven, waarvan het dorpscentrum van Eelde de grootste en het meest besproken is. De gemeente Tynaarlo heeft SteenhuisMeurs gevraagd om een dorpsbiografie en transformatiekader op te stellen voor de verschillende ontwikkelgebieden. Over het dorpscentrum wordt al dertig jaar nagedacht, resulterend in een weefsel waar het historische karakter op plekken nog goed bewaard is gebleven, maar waar ook kraters zijn geslagen en de dorpse schaal soms zoek is. In het transformatiekader geeft SteenhuisMeurs aanknopingspunten voor toekomstige ontwikkelingen. Dit gaat onder andere over het verfraaien van de buitenruimte en het koppelen van verschillende sferen via doorzichten. Het transformatiekader geeft concrete ruimtelijke en architectonische uitgangspunten voor maat en schaal en eindigt met een fictieve wandeling door het dorpscentrum zoals het zou kunnen worden